Showbizzsite: Interview met Jelle Cleymans

Op de Showbizzsite staat een leuk interview met Jelle Cleymans, voor Thuis-kijkers beter bekend als Jens De Belder.

Persconferentie_1418_Jelle_Cleymans

Een gesprek met een gedreven man

Nu vrijdag staat Jelle Cleymans
met zijn zomersingle ‘Zonnige dagen’ op het podium van Vlaanderen Muziekland.
Toch wil ik het met de sympathieke zanger nog even hebben over zijn vorig
fantastisch nummer ‘Welk oog en hoeveel tranen’.
Jelle:
‘Het nummer is
al uit sinds eind december, maar het blijft veel gedraaid worden. Dat vind ik
echt heel fijn. Het is ook een atypisch nummer, een soort nummer dat heel lang
niet meer gemaakt is en ik ben blij dat ik het dus terug heb
gedaan.’

Is dat helemaal jouw ding, dat soort nummers?
Jelle:

‘Wel, ik hou heel erg van smartlappen. Ik vind dat die in een verkeerd hoekje
worden geduwd. Een schlager en een smartlap is niet altijd hetzelfde. Een
smartlap is wat meer richting levenslied. En een smartlap is altijd wat meer
negatief, het beschrijft hoe slecht het allemaal gaat. Daar wou ik de draak een
beetje mee steken, al bedoel ik het zo niet, hoor. Iemand die dreigt van je te
verlaten, gewoon vragen ‘welk oog hoeveel tranen’, hoeveel wil je dat ik lijd,
maar eigenlijk doet het mij niks. En helemaal op ’t einde van ’t nummer kantelt
het natuurlijk, dan heeft hij spijt en mist hij haar. De dingen des
levens…’

Je schrijft al je nummers zelf… waar haal je de
inspiratie?
Jelle:
‘Voornamelijk bij mezelf. Dit nummer nu niet want het
is heel universeel thema: iedereen weet wat het is om te verlaten of verlaten te
worden. Dus soms zijn onderwerpen zo universeel dat je je er wel iets kan bij
voorstellen. Maar meestal liggen mijn teksten heel dicht bij mezelf. Het gaat
over mij, of mijn omgeving, waar ik woon, mensen waar ik iets mee te maken
heb.’

Zou je ook nummers kunnen zingen die iemand anders voor je
schrijft?
Jelle:
‘Die kans is heel klein… Ik heb dat vroeger bij Spring
gedaan, die nummers waren niet van mij, met uitzondering van eentje. En toen
Spring klaar was, wilde ik echt mijn eigen ding gaan doen. Als iemand nu
werkelijk een ongelofelijk nummer schrijft, zal ik daar wel eens over nadenken
maar dat is niet eigenlijk niet de bedoeling. Ik zou liever in de toekomst voor
andere mensen gaan schrijven. Dat is een plan maar meer een toekomstplan. Ik ben
geen veelschrijver. Ik schrijf heel weinig maar als ik schrijf, probeer ik het
goed te doen. Ik heb bijvoorbeeld niks moeten wegsmijten bij mijn vorige plaat,
ik heb alles er integraal kunnen opzetten. Ik probeer gewoon altijd alles goed
af te werken. Je kan ook veel schrijven, maar dan gaat het meestal heel snel en
dan is het dikwijls niet goed.’

Waar kunnen we jou nog aan het werk
zien?
Jelle:
‘Naar het volgende theaterseizoen toe hernemen we het
liedjesprogramma van ‘welk oog en hoeveel tranen’. Volgend jaar ga ik in ’14-18’
meespelen, de grote Studio 100-musical over de Eerste Wereldoorlog. Ik treed ook
heel veel op met Jonas Van Geel, dat is leuk. Mensen die mij nog kennen van mijn
Spring-periode moeten echt eens naar mij komen kijken… Ik zorg dikwijls voor een
positief schokeffect. Mensen hadden het niet verwacht van mij en ze komen ook
terug. Het is ook heel hard werken om aan de wereld te tonen waar ik mee bezig
ben, maar het gaat steeds makkelijker. Mensen die mijn muziek nog niet kennen,
moeten het zeker eens een kans geven.’

bron: http://www.showbizzsite.be/nieuws/detail.asp?iImsNid=215484 (6 augustus 2013)